Seksueel grensoverschrijdend gedrag

Bij patiënten die seksueel grensoverschrijdend gedrag hebben vertoond komt veel comorbide problematiek (meerdere stoornissen tegelijkertijd) voor. Zo zijn er patiënten bij wie sprake is van pedofilie én een antisociale persoonlijkheidsstoornis én zwakbegaafdheid. Dit maakt het werken met deze patiëntengroep lastig én uitdagend.

Seksueel grensoverschrijdend gedrag kan ontstaan door een afwijkende seksuele voorkeur; meestal gaat het dan om pedofilie. Ook kan iemand een niet-seksueel probleem uiten door grensoverschrijdend seksueel gedrag. Soms is er bij het plegen van het delict ook sprake van gewelddadig gedrag (verbaal en/of fysiek). Dat gedrag kan overheersend zijn.

Mensen die seksueel grensoverschrijdend gedrag vertonen hebben niet allen dezelfde kenmerken. Het gaat niet om één type mens. Wel komt het regelmatig voor dat mensen die een seksueel grensoverschrijdend delict plegen in een sociaal onveilige omgeving zijn opgegroeid. Daarna leefden ze vaak in een omgeving waarin ze (te) weinig steun en correctie kregen. Ook vinden ze het dikwijls lastig om met emoties van zichzelf en anderen om te gaan.

Sommige patiënten vinden het door hen gepleegde delict minder ernstig dan anderen, zoals het slachtoffer, andere betrokkenen en de behandelaars. De patiënt ziet het delict dan als een incident dat nooit meer zal voorkomen.
Er is vaak weerstand om de gecompliceerdheid en de hardnekkigheid van het delict-gedrag onder ogen te zien. Als patiënten zelf slachtoffer zijn (geweest) van seksueel grensoverschrijdend gedrag – wat regelmatig voorkomt – wordt dat soms op de voorgrond geplaatst.