Het werk van de tandarts binnen FPC Dr. S. van Mesdag

Ook patiënten van FPC Dr. S. van Mesdag hebben regelmatig controle van hun gebit nodig. Tandarts Martje behandelt elke dinsdag patiënten in een eigen praktijkruimte binnen Van Mesdag. T.M.F.V. Archigenes, de studievereniging van tandheelkunde en mondzorg in Groningen, interviewde Martje voor hun blad ‘Bonding’. Hier lees je een deel uit dat artikel.

Wat was de reden om in de kliniek te komen werken?
Tandarts Martje is in 1975 afgestudeerd in Groningen. “Ik ben hier in 2011 terechtgekomen als spoedtandarts. Ik kwam als er patiënten met klachten waren.” Omdat heen en weer reizen naar haar woonplaats te lang duurde, heeft zij binnen de kliniek een kleine praktijk opgericht, waarbij zij een vaste dag in de week is komen werken. Op deze manier konden de tandheelkundige behandelingen worden geclusterd. “Ik wil alle patiënten zien. Dan kan ik zelf indelen wat onmiddellijk gebeuren moet en wat later kan gebeuren.”
In het verleden werden er geen periodieke mondonderzoeken gedaan, maar hier wilde Martje vanaf. “Als je niks op tijd doet, heb je enkel nog spoedbehandelingen. En je kan niet alles tegelijk doen.” Veel patiënten die bij Martje komen, hebben in de gevangenis geen periodieke mondonderzoeken gehad. Ze vertelt dat dit soms goed te zien is in de mond.

Hoe ziet uw werkdag er uit bij de kliniek?
Martje vertelt dat haar dagen altijd beginnen om acht uur 's ochtends. “Ik ga pas weg als ik helemaal klaar ben, ook inclusief de administratie en de aanvragen.” Hierdoor werkt zij soms tot vijf uur, maar soms ook tot zeven uur. In principe werkt zij alleen op dinsdagen in de kliniek, maar bij spoedgevallen is zij ook bereikbaar op andere dagen.
Elke dinsdagochtend leest Martje altijd als eerste alle mails met spoedgevallen, zodat zij de patiënten dezelfde dag nog kan zien. Hierna maakt ze de agenda voor de dag en ook de opzet van de agenda voor de volgende week. In de ochtend werkt ze alleen. “Ik doe dan alles wat ik alleen kan doen, zoals protheses, administratie en sommige pijnklachten.” In de middag komt de tandartsassistente die haar helpt bij andere behandelingen. Gedurende de dag voert Martje voornamelijk restauraties en extracties uit, maar ook veel controles. “Op woensdag werkt er een preventieassistente.” 

Wat is het meest anders aan het werken in de kliniek?
“Het grootste verschil is de populatie”, legt Martje uit. “Het zijn allemaal mensen met een psychische aandoening en vaak ook een verleden met drugs.” Ook vertelt Martje dat de behandelmogelijkheden niet hetzelfde zijn als in een gewone praktijk. “De Dienst Justitiële Inrichtingen heeft een Vademecum waarin staat wat je als tandarts mag doen. Ik mag het gebit in de staat houden als waar personen mee binnen komen. Daar zitten niet alle behandelingen bij, sommige moet ik aanvragen. Patiënten die onbegeleid verlof hebben, en dus verder in de behandeling zijn, mogen behandelingen laten uitvoeren bij een externe tandarts. Ook gaan sommige patiënten sinds een aantal jaren naar het UMCG voor het krijgen van implantaten, in de laatste fase van hun behandeling.”

Wat is het meest indrukwekkende dat u ooit heeft meegemaakt?
Martje begint te lachen bij deze vraag. “Niet perse indrukwekkend, maar wel een beetje onhandig”, begint ze. Een patiënt was geboeid binnengekomen met een flinke pijnklacht. “De patiënt ging netjes in de stoel zitten en toen vroeg ik of hij kon aanwijzen waar hij pijn had. Nou, dat kon dus niet. Dat was heel stom,” lacht Martje.

Image