Behandelplan

We streven ernaar dat een patiënt drie maanden na plaatsing in de Mesdag een behandelplan heeft. Dit gebeurt zoveel mogelijk in overleg met de patiënt. In dit behandelplan staat welk zorgpad hij volgt, aan welke behandelmodules hij deelneemt en in welk tempo hij het behandeltraject zal doorlopen. Zodoende weet de patiënt wat hij van zijn behandeling kan verwachten en hoe lang zijn behandeling gaat duren als alles volgens plan verloopt.

Eén keer in de zes maanden beoordeelt het team of de behandeling volgens plan verloopt. Ook de patiënt kan dan zijn mening geven over het verloop van de behandeling. Het team buigt zich ook over de vraag of het behandelplan moet worden aangepast. Dit gebeurt onder meer op basis van het patiëntvolgsysteem.

Behandelplan en deelplannen

Het behandelplan bestaat uit een aantal deelplannen:

  • Sociotherapeutisch zorgplan
    In het sociotherapeutisch zorgplan staan de aandachtspunten voor het gedrag van de patiënt op de unit: hoe gaat hij met zichzelf, medepatiënten, medewerkers en zijn verblijf om.

  • Plan therapeutische disciplines
    In dit plan beschrijft de therapeut wat de doelstelling van een bepaalde therapie of training is.

  • Werk- en/of scholingsplan
    Welke mogelijkheden de patiënt heeft om te werken en/of een opleiding te volgen beschrijven we in het werk- en/of scholingsplan. Op basis van zijn (aan te leren) kennis en vaardigheden worden de doelstellingen vastgesteld.

  • Financieel en schuldsaneringsplan
    Het financieel plan geeft aan hoe de patiënt zijn geld wekelijks besteedt (spaargeld, het bedrag dat de patiënt per week kan opnemen en eventueel een bedrag voor schuldsanering). Heeft de patiënt schulden dan bekijkt hij samen met de medewerker sociale dienstverlening hoe hij deze schulden kan aflossen. Het streven is dat de patiënt de Mesdag schuldenvrij verlaat.

  • Signaleringsplan
    In het kader van het voorkomen van recidive is het van groot belang dat de patiënt zelf een dreigende crisis kan herkennen. Het signaleringsplan leert de patiënt zijn gedrag onder controle te krijgen door waarschuwingssignalen die wijzen op risicogedrag in een vroeg stadium te herkennen. Voor de medewerkers is het signaleringsplan een instrument om risicogedrag vroegtijdig op te merken, op tijd in te grijpen en zo te voorkomen dat er gevaarlijke situaties ontstaan. Het signaleringsplan bestaat uit twee delen:
    1. Een beschrijving van de vroege voortekenen van een crisis. Vroege voortekenen zijn waarschuwingssignalen die erop wijzen dat er een crisis dreigt. Deze zijn vaak een aantal dagen of weken voor de crisis al zichtbaar.
    2. Een actieplan. Dit is een beschrijving van wat de patiënt en/of de medewerkers het beste kunnen doen wanneer er een crisis dreigt.

  • Verlofplan
    Tijdens de eerste fase van de behandeling heeft een patiënt geen verlof. Een patiënt krijgt pas verlof als er geen direct delictgevaar meer aanwezig is en als het past binnen zijn behandeling. Er zijn meerdere verlofvormen. Voor elke verlofvorm moet een machtiging worden aangevraagd bij het Adviescollege Verloftoetsing tbs van het ministerie van Veiligheid & Justitie. Dit college beoordeelt of het verlof wordt toegekend.

    Het verlof wordt geleidelijk opgebouwd. De patiënt krijgt steeds uitgebreider verlof. Het doel van verloven is therapeutisch: hoe gaat de patiënt met zijn toegenomen vrijheid om? Het is de eerste stap naar steeds meer verantwoordelijkheid. 

    In een aantal gevallen is er tijdens het verlof sprake van ongeoorloofde afwezigheid (OA). Een patiënt houdt zich dan niet aan de verlofafspraken. Dat kan betekenen dat hij niet op de afgesproken tijd terugkeert naar het fpc of dat hij tijdens zijn verlof niet op de afgesproken plaats is. Wanneer een patiënt ongeoorloofd afwezig is wordt zijn verlofmachtiging direct ingetrokken. Meestal keert de patiënt (na een korte periode) terug naar het fpc zonder dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten.

In onze Transmurale Voorziening wonen patiënten die in de laatste fase van hun behandeling zijn en al veel vrijheden hebben. Zij pakken hun leven grotendeels weer buiten de muren van de kliniek op. Patiënt Roel vertelt wat dit voor hem betekent.


In het Project 'Bestuurlijke Informatievoorziening Justitiabelen' werken gemeentes en fpc's samen als het gaat om terugkeer van tbs-patiënten in de samenleving. In deze video wordt uitgelegd wat deze samenwerking betekent. Ook wordt een goed beeld gegeven van het verlofproces.


  • Terugvalpreventieplan
    Tijdens de laatste fase van de behandeling is er veel aandacht voor het normaliseren van de leefomstandigheden en het weer opbouwen van een maatschappelijk bestaan. In het terugvalpreventieplan beschrijven we de valkuilen en de risico’s voor de patiënt, die mogelijk weer tot delictgedrag kunnen leiden. 

naar boven

Patiënt Volg Systeem (Routine Outcome Measurement)

In de Mesdag willen we graag weten of onze behandeling ook het gewenste effect heeft. We willen weten of het gedrag van de patiënt verandert in de gewenste richting en of de kans op recidive (opnieuw plegen van een delict) afneemt. Die kans op recidive meten we met de risicotaxatie-instrumenten.

In hoeverre het gedrag in positieve zin verandert, meten we sinds april 2010 met een in de Mesdag ontwikkeld Patiënt Volg Systeem (PVS).

Door te werken met het PVS wordt voor iedere patiënt de behandeling twee keer per jaar op een gestructureerde wijze geëvalueerd. Deze evaluatie gebeurt aan de hand van een vragenlijst* die vier weken voorafgaand aan een behandelbespreking door alle behandeldisciplines wordt ingevuld. Dit doen ze individueel op basis van wat ze zelf hebben waargenomen. Er wordt bijvoorbeeld gevraagd naar de mate van probleeminzicht en probleembesef en in hoeverre de patiënt beschikt over sociale vaardigheden.

De afdeling Onderzoek verwerkt de resultaten in een rapport. In dit rapport staat hoe de patiënt nu functioneert en in hoeverre de behandelaars het daar over eens zijn. Ten slotte wordt aangegeven of het gedrag na de vorige bespreking is veranderd en zo ja, op welke wijze. Op basis van de resultaten bepaalt het team of het behandelplan al dan niet moet worden bijgesteld. 

* Instrument voor Forensische Behandel Evaluatie – IFBE

naar boven