Persoonlijkheidsstoornissen in de Mesdag

Bij persoonlijkheidsstoornissen zijn in iemands ontwikkeling vaak van jongs af aan problemen aanwijsbaar. Deze kunnen verband houden met duidelijke trauma’s, zoals vroege verlatingen, mishandeling of seksueel misbruik. Ook kunnen er moeilijke gezinsomstandigheden zijn (geweest) die hebben geleid tot onvoldoende veiligheid, aandacht, begrenzing of begeleiding.

Negatieve gevolgen kunnen zijn: depressiviteit, boosheid, minderwaardigheidsgevoelens, negatieve verwachtingen hebben van anderen, moeite hebben met intieme relaties, niet afhankelijk kunnen zijn, eenzaamheidsgevoelens, je snel buitengesloten voelen, enzovoort.

Mensen met een persoonlijkheidsstoornis vertonen ander gedrag, ervaren dingen anders en denken anders dan de mensen in hun omgeving. Vaak lopen ze vast in de omgang met anderen. Sociale informatie (gedrag en uitspraken van anderen) vatten ze vaak anders op dan hoe het bedoeld is. Ze denken bijvoorbeeld dat anderen altijd vijandige bedoelingen hebben en dat ze geen waardering van een ander zullen krijgen als die ander geen voordeel van hen heeft. Ook denken ze dat ze altijd aan het kortste eind trekken en dat het daarom het beste is om alleen aan hun eigenbelang te denken. Het gevolg van deze gedachte is dat ze anderen gaan gebruiken om hun eigen doelen te bereiken. Een ander kenmerk is dat ze de neiging hebben om hun eigen rol bij gebeurtenissen te weinig te zien. Negatieve gebeurtenissen schrijven ze (ten onrechte) alleen aan anderen toe. Contacten gaan daardoor verloren.

Mensen met een persoonlijkheidsstoornis hebben veelal onvoldoende geleerd om na te denken over hun eigen gedachten en gevoelens. Ze reageren meestal voordat ze daar goed over hebben nagedacht. Soms begrijpen ze zelf niet waarom ze iets doen. Soms zijn ze bang voor hun eigen gedrag, omdat ze gemerkt hebben dat ze het niet altijd onder controle hebben. Ook hierdoor ontstaan problemen.

Voorbeelden

  • Antisociale persoonlijkheidsstoornis
    Mensen die een antisociale persoonlijkheidsstoornis hebben zijn vaak egoïstisch en impulsief. Ze nemen teveel risico, waardoor ze zichzelf en anderen onnodig in gevaar brengen. Ze zijn minder dan anderen in staat verantwoordelijkheid te dragen. Zo vinden ze het moeilijk om werk te behouden of om aan financiële verplichtingen te voldoen. Ze hebben vaak contacten gehad met de politie of zijn veroordeeld geweest. Ze zien weinig kwaad in liegen als ze denken dat het in hun voordeel is. Ze kennen weinig gewetenswroeging en reageren in conflicten snel met fysiek geweld.

  • Narcistische persoonlijkheidsstoornis
    Mensen met een narcistische persoonlijkheidsstoornis zijn erg gericht op zichzelf. Ze streven naar macht en succes, soms in de werkelijkheid, soms alleen in hun fantasie. Ze proberen ervoor te zorgen dat anderen hen bewonderen of ze gaan alleen om met mensen die hen bewonderen. Ze kunnen zich onvoldoende inleven in anderen en doen daar ook niet hun best voor. Ze kunnen misbruik van anderen maken. Ze gedragen zich vaak arrogant en gaan ervan uit dat anderen hen als een belangrijk persoon behandelen.

  • Borderline persoonlijkheidsstoornis
    Eén van de meest opvallende kenmerken van iemand met een borderline persoonlijkheidsstoornis is, dat zijn gevoelens, gedachten en gedrag van moment tot moment sterk wisselen. Dat geldt voor de kijk die ze op zichzelf hebben, maar ook voor de manier waarop ze anderen beoordelen. Tegelijkertijd voelen ze zich vaak afhankelijk van anderen. Dat leidt tot relatieproblemen en vaak wisselende relaties. Emoties zijn vaak heftig. In periodes waarin mensen met een borderline stoornis problemen ervaren en negatief over zichzelf denken kunnen ze zelfbeschadigend gedrag vertonen en suïcidepogingen doen. Ze voelen zich vaak ‘leeg’, maar ze voelen ook veel boosheid, die meestal verbaal (scheldpartijen, scènes maken) en soms fysiek geuit wordt. Ook zijn ze vaak impulsief (te weinig denken, te snel doen).